Instemmingsrecht OR, ook bij arbeidsongeschiktheidspensioen en -verzekering
Arbeidsongeschiktheidspensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Vooral het eerste woord heeft iets verwarrends, tegengestelds in zich. Gaat het nu om een inkomen voor nu en bij arbeidsongeschiktheid of juist om een inkomen voor later? In dit artikel gaat Inge Bakker van Montae & Partners kort op de begrippen in en legt uit wat de (vaak onderbelichte) rol van de OR in deze arbeidsvoorwaarde is.
Arbeidsongeschiktheid is voor de eenvoud te vertalen in de situatie waarin een werknemer raakt na 104 weken zijn salaris (gedeeltelijk) doorbetaald te hebben gekregen omdat hij door ziekte zijn werk niet kon uitvoeren. De werknemer heeft (in het “gunstige” geval) recht op een gedeeltelijke WIA-uitkering als hij minstens 35% van zijn inkomen verliest, ook als hij -in theorie- ander werk zou uitvoeren. Een WIA-uitkering is altijd lager dan het salaris en er zijn door de wetgever duidelijke grenzen gesteld aan de hoogte van het salaris waar de uitkeringen op is gebaseerd.
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Om de inkomensdaling door arbeidsongeschiktheid deels te verzachten wordt in de pensioenregeling niet alleen gezorgd voor een inkomen nadat de werknemer gestopt is met werken maar ook voor een arbeidsongeschiktheidspensioen. Dit pensioen zorgt voor een gedeeltelijke aanvulling op de WIA-uitkering. Hoe hoog die aanvulling is hangt van een aantal zaken af; de mate van arbeidsongeschiktheid, de hoogte van de WIA-uitkering en de hoogte van het overige inkomen en wat er nog meer in de pensioenregeling is bepaald.
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Lang niet alle pensioenregelingen hebben een arbeidsongeschiktheidspensioen. Daarnaast verschilt de inhoud per pensioenregeling. Daarom zijn er tal van mogelijkheden voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering die door een werkgever voor al zijn werknemers wordt afgesloten, aanvullend op het arbeidsongeschiktheidspensioen. Deze verzekering kent vele vormen. Denk aan een (beperkte) aanvulling op de WIA-uitkering of alleen op de WIA-vervolguitkering of een uitkering als de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is (maar wel inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid heeft) of een verzekering voor het inkomensverlies boven de WIA-loongrens. Wie de verzekeringspremie betaalt verschilt. Soms neemt een werknemer op vrijwillige basis deel en betaalt zelf de premie, in andere gevallen betaalt de werkgever (deels) de premie voor alle werknemers.
PVI; premievrijstelling bij Invaliditeit
Naast het arbeidsongeschiktheidspensioen -wat in lang niet alle pensioenovereenkomsten tussen werkgever en werknemers is afgesproken- is er ook nog PVI; de premievrijstelling voor invaliditeit. PVI houdt in dat de betaling van de pensioenpremie voor een arbeidsongeschikte werknemer (deelnemer in de pensioenregeling) door het pensioenfonds of pensioenverzekeraar wordt overgenomen alsof de deelnemer niet arbeidsongeschikt is. De werkgever en de werknemer betalen dan geen premie meer, de uitvoerder van de regeling neemt de premiebetaling over. De premie is -kort gezegd- gebaseerd op het oorspronkelijke inkomen. Hiermee wordt voorkomen dat het latere ouderdomspensioen lager wordt door het lagere inkomen door arbeidsongeschiktheid. Ook voor PVI geldt dat er diverse varianten mogelijk zijn.
Het instemmingsrecht van de medezeggenschap
De PVI en het arbeidsongeschiktheidspensioen maken integraal onderdeel uit van de pensioenovereenkomst; de gemaakte afspraken tussen werkgever(s) en werknemers(s) over het pensioen. Pensioen is meer dan alleen het inkomen voor later, ook het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen vallen binnen de pensioenovereenkomst. Aangezien wijzigingen (of het starten of beëindigen) van een pensioenovereenkomst op grond van artikel 27 WOR, eerste lid, instemmingsplichtig zijn heeft een OR dan ook instemmingsrecht. Voor verzekeringen, zoals WIA-excedent of WGA-Hiaat, geldt dat de OR instemmingsrecht op heeft. Immers, ook deze verzekeringsvormen vallen binnen het begrip arbeidsongeschiktheidspensioen.
Verplicht bij BPF, wel instemmingsrecht arbeidsongeschiktheidsverzekering
Als de werkgever verplicht bij een bedrijfstakpensioenfonds is aangesloten heeft de OR geen instemmingsrecht over het arbeidsongeschiktheidspensioen. Immers, de werkgever is verplicht bij het pensioenfonds aangesloten en heeft zelf al geen of nauwelijks zeggenschap over de inhoud van de pensioenregeling. Voor verreweg de meeste werkgever in Nederland is dit het geval. De OR heeft in dat geval geen instemmingsrecht het arbeidsongeschiktheidspensioen.
Maar, het grootste deel van deze werkgevers heeft voor de werknemers wel een of meer “losse” arbeidsongeschiktheidsverzekeringen afgesloten. Voor deze verzekeringen geldt dat de OR wel degelijk instemmingsrecht heeft. Deze regelingen worden immers niet door het pensioenfonds uitgevoerd maar door een verzekeringsmaatschappij.
Andere situaties
Voor een ondernemingsraad wiens werkgever die niet verplicht bij een pensioenfonds is aangesloten geldt dat er instemmingsrecht is op de pensioenovereenkomst, inclusief het arbeidsongeschiktheidspensioen. Voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering geldt het instemmingsrecht eveneens.
Advies
Wij zien vaak dat werkgevers en ondernemingsraden niet van op de hoogte zijn van het instemmingsrecht bij arbeidsongeschiktheidspensioen of -verzekering. De werkgever krijgt dan ook alleen van zijn eigen verzekeringsadviseur een advies voor het aangaan van een bepaalde verzekering. Meestal gaat dit goed, maar nog beter is om een tweede paar deskundige ogen mee te laten kijken. Dit kan door als medezeggenschap het instemmingsrecht in praktijk te brengen. Bekijk welke arbeidsongeschiktheidsverzekeringen er in de onderneming zijn en vraag na op welke manier de medezeggenschap hierin wordt betrokken. Als dit niet gebeurt, wijs de werkgever dan op het instemmingsrecht van de medezeggenschap. Samen maak je de beste keuze.
Publicatiedatum: 14-05-2024
Tags: